Minimumeisen voor de huisvesting van Gordeldieren
Behaard Gordeldier, Latijnse Naam: Chaethophactus villosus.
Gordeldieren lopen en graven graag en zijn doorgaans aktief in de schemering.
Benodigde ruimte
Een binnenverblijf dient een vloeroppervlak van minimaal 4 m2 voor een paar te hebben met 1 m2 extra voor elk dier meer.
Klimaat
De temperatuur dient boven de 18 C te zijn. Oppassen voor natte kou.
Inrichting van het verblijf
De bodem dient graaf- en krabbestendig te zijn, het liefst glad. Er dienen echter wel verdiepte graaf- en krabplekken aanwezig te zijn. Buiten zand of een begroeide bodem, met voorzieningen tegen te diep ingraven. Strooisel alsmede een mogelijkheid tot baden zijn gewenst.
Sociaal gedrag
Gordeldieren dienen paarsgewijs of in kleine groepen gehouden te worden. Het samen houden met andere soorten, bijvoorbeeld tamandoea's, klauwaapjes of vogels is mogelijk.
Voeding
Dierlijk eiwit, bijvoorbeeld gehakt of gemalen hondenkoekjes, plantaardige produkten, toegevoegde vitamines en mineralen. Alles tot een brei vermalen. Het toevoegen van aarde. turf of zand bevordert de spijsvertering. Het behaard gordeldier dient ook graankorrels en wortels krijgen om de tanden voldoende af te slijpen.
Vangst en transport
Vangen met de hand. De grootte van de vervoerskisten zo kiezen dat de dieren zich goed kunnen bewegen. Meerdere dieren samen vervoeren is mogelijk. Houten kisten bekleed met blik of hardhouten kisten gebruiken, met voldoende hooi of stro.