Wetenschappelijke naam: Alectoris barbara Nederlandse naam: Barbarijse patrijs. Land van herkomst: Sardinië, Gibraltar en Noord-Afrika (Marokko, Tunesië, Algerije, Egypte). Grootte: Lengte ± 35 cm. Gewicht: 500 gram. Leeftijd: tot 6 jaar Ringmaat: 8-9 mm.
Kleur man: Borstveren blauw-grijs, rug en vleugels bruin met hier en daar blauw-grijze veren, flanken getekende veren, rode snavel, oranje ring rond de ogen, brede bruine steep recht over het hoofd, zwarte ring rond de hals met zilver-witte stippen.
Kleur vrouw: De hen is meestal fijner van bouw, met een fijnere kop. De poten zijn in de regel wat korter, daardoor lijken ze ook iets kleiner. De vrouwen hebben geen of kleine spoorknobbels.
Voliere: Voliere van 2 x 1 meter is voldoende voor voor een koppel. Een nachthok waar ze droog en uit de wind kunnen zitten is belangrijk. Op de grond zand of gras.
Kweek: ± 24 dagen. De haan is in het voorjaar soms agressief t.o.v. de hen. De dieren leggen in het voorjaar. De dieren worden paarsgewijs in een droge volière huisvesten. Zijn rustig van aard en ze kunnen op een beperkte ruimte gehouden worden. Komen het eerste jaar op kleur, het geslacht is pas op volwassen leeftijd te onderscheiden. Geslchtsrijp vanaf 1 jaar. Broeden soms zelf.
Eieren: Geelbruin met roodbruine tot grijze stipjes
Temp/ Luchtvochtigheid: Winterhard.
Voeding: siervogelvoeder, meelwormen, fijn geknipt gras, sla, andijvie, witlof en vogelmuur. Stukken appel, wortel en meloen worden ook gegeten. En een zandbad.