Auteur Meerzoo
Latijnse naam: Alisterus scapularis scapularis
Nederlandse naam: Australische Koningsparkiet
Land van herkomst: De koningsparkiet komt voor in de kust- en berggebieden van oost-Australië en van noord Queensland tot zuid Victoria. In zijn verspreidingsgebied is hij voornamelijk waar te nemen in eucalyptus bossen en in het subtropisch regenwoud. Van nature is de koningsparkiet dan ook een bosvogel. Toch schuwt hij het niet om regelmatig in aangrenzende meer open, licht beboste terreinen en in graanvelden en boomgaarden zijn gezicht te laten zien. Vooral buiten het broedseizoen is laat de koningsparkiet zich ook in de parken en tuinen van steden en dorpen zien. Koningsparkieten vliegen gewoonlijk rond in paren of kleine groepen. In de herfst verzamelen de jonge vogels zich in groepen van twintig tot wel dertig stuks. Overdag zijn de vogels vaak te vinden in bomen en struiken waar ze beschutting zoeken voor de zon en of op zoek zijn naar voedsel. Ook komen ze regelmatig op de grond om te drinken en voedsel te zoeken
Grootte: 43 cm
Gewicht man: 209/227 gr.
Gewicht vrouw: 220/275 gr.
Ringmaat: 7 mm
Kleur man: De vleugels en de rug zijn groen gekleurd. De kop, borst en nek is helder rood. De bovensnavel is orange/rood met een zwart puntje. De onder snavel is helemaal zwart. Hij heeft verder een gele kleur rond zijn ogen en grijze poten.
Kleur vrouw: de kop is gras groen gekleurd. De keel en borst hebben een grijs/groene kleur. De snavel is bruin/zwart en de ogen bleek geel.
Volière: Minimale maat voor een koppel is een volière van 400 x 100 x 200 cm (LxBxH). Omdat het echte bosdieren zijn, hebben ze graag veel beschutting in hun volière.
Kweek: Koningsparkieten zijn over het algemeen pas op hun 3e levensjaar geslachtrijp. Uitzonderingen bevestigen echter de regel, want er zijn gevallen bekend waarbij poppen al op tweejarige leeftijd jongen groot brachten. Ook komt het voor dat eerstejaars poppen al eieren leggen. Mannen moeten minimaal 2 jaar en meestal 3 jaar zijn om überhaupt te kunnen bevruchten. In Australië loopt het broedseizoen van september tot januari. In het wild maken ze graag gebruik van hele diepe nesten in hoge bomen. De nesten kunnen een diepte hebben die gelijk is aan het maaiveld. Het nestkastje in de volière, kan het best op een donkere/koele plaats worden gehangen. Koningsparkieten zijn vrij kieskeurig in de keuze van het nestblok. De volgels hebben een voorkeur aan een nestblok van 1,8/2 meter hoog, met een bodem oppervlakte van 25 bij 25 cm. Gewoonlijk worden hier 3 tot 6 eieren in gelegd. De broedduur bedraagt ca. 20 dagen en de eieren worden alleen door de pop bebroed. De jongen vliegen op een leeftijd van ongeveer weken uit.
Koningsparkieten zijn ook kieskeurig in hun partner keuzen. Het is daarom verstandig om jonge vogels te kopen en deze reeds op jonge leeftijd bij elkaar te plaatsen.
Temp/ Luchtvochtigheid: Ze kunnen goed tegen lage temperaturen. In de winter hebben ze wel een tochtvrij en beschut nachthok nodig.
Voeding: Zaadmengsel voor grote parkieten aangevuld met geweekte zaden, eivoer en enkele meelwormen. Verder kunt u dagelijks fruit geven (bijv.: appel, peer) en groenvoer (vogelmier, sla, andijvie, witlof of i.d.). Verder mag scherpe maagkiezel en grit niet ontbreken in hun voedselmenu! Het schors (cellulose) wat ze van de takken knagen wordt ook gedeeltelijk opgegeten, hetgeen weer belangrijk is voor een goede spijsvertering van de vogels. In hun natuurlijke leefomgeving bestaat het voedsel van de koningsparkiet uit vruchten, bessen, noten, zaden van gras(sen) en planten, nestar, bloesems en bladknoppen. Ook dierlijk voedsel in de vorm van insecten en larven van insecten worden gegeten. Uit observaties van de vogels in het wild is naar voren gekomen dat ze een voorkeur hebben voor de zaden van eucalyptussen en acacia's en halfrijpe maïs.